Pensioenwet goedgekeurd in parlement 5 april 2024
Op 5/04 werd de pensioenwet goedgekeurd in het parlement. De wet voorziet in een pensioenbonus, extra voorwaarden voor het minimumpensioen en een beperking van de perequatie. Hieronder de linken naar meer informatie en ons standpunt over de wet. Op die manier kan je informeren over de wet en ons standpunt toelichten.
Meer informatie:
Onze
berichtgeving: https://www.hetacv.be/acv-openbare-diensten/nieuws/2024/04/05/pensioenwet-gestemd
De
wet: De Belgische
Kamer van volksvertegenwoordigers (dekamer.be)
Informatie
pensioendienst: Pensioenhervorming
van 2021–2024 | Federale Pensioendienst (fgov.be)
Welke
is onze houding?
De
FCSOD is in comité A niet akkoord gegaan met het wetsontwerp over de
pensioenhervorming.
Waarom
zijn we niet akkoord?
TEWERKINGSTELLINGSVOORWAARDE
MINIMUMPENSIOEN
- De
voorwaarden voor een minimumpensioen zijn al streng. De huidige regeling
bevat al een dubbele voorwaarde van 20 pensioenaanspraakverlenende
dienstjaren voor toegang tot het minimumpensioen én 20 jaar aanneembare
diensten voor een volledig minimumpensioen. In het kader van KB442 wordt
het aandeel niet-gewerkte perioden al beperkt tot 20% van de werkelijke
diensten. Vanaf 1 januari 2025 wordt een bijkomende voorwaarde ingevoerd voor
een gewaarborgd minimumpensioen, wat voor ons onnodig is.
- Vooral
mensen met de laagste pensioenen zullen hierdoor getroffen worden.
- Wie
een gemengde loopbaan heeft is de dupe: een globale regeling ontbreekt
immers en dat ondanks het engagement van de regering om hier werk van te
maken.
PENSIOENBONUS
- De
bonusregeling zou eigenlijk deel moeten uitmaken van een globale regeling
voor de eindeloopbaan.
- Het
was beter en eenvoudiger geweest om een bonus toe te kennen aan iedereen
die werkt na een bepaalde leeftijd. Vrouwen hebben nog steeds gemiddeld
kortere loopbanen dan mannen en zullen daardoor minder vaak een
pensioenbonus kunnen opbouwen. Dit vergroot de ongelijkheden.
- Het
feit dat wie deeltijds werkt ook maar 36 maand krijgt om een bonus op te
bouwen kan worden beschouwd als een discriminatie van deeltijdsen en
aangezien vooral vrouwen deeltijds werken als een discriminatie op basis
van geslacht.
- Er
wordt geen rekening gehouden met de preferentiële pensioenleeftijden van
de militairen en de NMBS. De regeling laat de opbouw van een bonus vanaf
deze leeftijden niet toe. De regeling sluit zo onvoldoende aan op deze
wettelijke pensioenleeftijden.
BEPERKING PEREQUATIE
- FCSOD
is principieel tegen elke vorm van inperking van de perequatie. De
welvaartsvastheid van de pensioenen moet gegarandeerd blijven. Deze
ingreep holt het principe van het pensioen als uitgestelde wedde verder
uit, doordat de rechtstreekse band tussen pensioenen en de evolutie van de
lonen wordt doorgeknipt en beperkt wordt door een koppeling aan de
pensioenmassa. De belangrijkste kostenbesparing binnen het ontwerp van
nieuwe pensioenwet zit bij de ambtenarenpensioenen met de hervorming van
de perequatie. Er wordt geraakt aan het toekomstig pensioen van wie nog
actief is én aan dit van wie reeds gepensioneerd is. We betreuren dat de
reeds gepensioneerden niet ontzien worden.
- De
loonontwikkeling in de openbare sector gaat in sprongen: het blind
aftoppen zal de dynamiek van de loonakkoorden onderuithalen. Het zou
logischer zijn om ook rekening te houden met de loonevolutie op lange
termijn.
- Het
drempelbedrag voor de forfaitaire perequatie wordt niet beperkt tot een
minimum, bijvoorbeeld de mediaan. Daardoor kunnen ook lage pensioenen
beperkt worden.
- De
impact van de aftopping kan behoorlijk oplopen en zelfs pensioenen onder
de 2000 euro kunnen onder de aftopping vallen. Het gaat dus helemaal niet
om enkel de hogere pensioenen. We begrijpen niet dat dergelijke lage
pensioenen gevat worden door deze hervorming.
- We
kunnen niet aanvaarden dat de toepassing van de perequatie wordt vertraagd
als die hoger is dan 0,3% door een opsplitsing in twee gelijke jaarlijkse
schijven. De helft van de perequatie wordt zo dus met een jaar vertraging
toegepast. Dat is ontoelaatbaar.
- De nieuwe regeling is nodeloos complex, daardoor niet transparant voor de gepensioneerden en bijna onbeheersbaar voor de pensioendienst.